HEUSDEN – Achter de schermen wordt nog altijd hard gewerkt aan de oprichting van een Astense veteranenvereniging. In een drieluik vertellen veteranen daarom over hun ervaringen bij Defensie. Vandaag deel één: de 34-jarige Redmar Willems uit Heusden.
door Maarten Driessen
Ja, Willems wil best iets over zijn dienstjaren vertellen. Graag zelfs, want hij kijkt met trots terug op zijn tijd bij Defensie. Geboren in Mill en via Asten in Heusden beland, verdient hij zijn boterham nu bij klokkengieterij Eijsbouts.
Maar nog altijd verschijnt er een twinkeling in zijn ogen als het leger ter sprake komt. “Defensie heeft me mentaal gevormd. Ik heb er heel veel gezien, geleerd en meegemaakt. Ik ben er weerbaarder door geworden”, aldus Willems.
Als ik nu weg zou moeten, zou ik dat verschrikkelijk vinden
Het militaire leven paste hem als gegoten. “Ik ben een actief persoon en zocht eigenlijk iets met sport. Maar de geüniformeerde beroepen spraken me ook wel aan. Ik zat vroeger bij de scouting en dat heeft veel raakvlakken met Defensie. Je bent altijd buiten, met een team en je krijgt een opdracht die links- óf rechtsom moet worden voltooid.”
Van huis uit kreeg hij daarnaast al een flinke portie discipline mee. Daarom koos Willems voor Defensie en meer specifiek voor het onderdeel genie. “Bruggen bouwen, mijnenvelden opruimen, hindernissen bouwen en doorbreken. Dat paste perfect bij mij.”
Eerste missie
In 2006 kwam hij zo op 17-jarige leeftijd in dienst. “Er waren toen geen vacatures binnen de genie, dus het was de bedoeling dat ik chauffeur pantserrupsvoertuigen zou worden. Ik reed de hele week in een tank door het land en moest dan op vrijdag weer met de bus naar huis. Nog geen 18, dus ook nog geen rijbewijs”, lacht Willems.
Niet veel later begon het echte werk. Er werd naar militairen gezocht die meewilden op missie. “9 van de 10, of zeg maar gerust 99 van de 100 zeggen dan ‘ja’. In augustus 2006 werd ik 18 en in november vertrok ik naar Afghanistan. Daar heb ik geluk mee gehad: Defensie draait uiteindelijk om ervaring opdoen, dingen meemaken en daar beter en sterker van worden.”
Als er ergens bijvoorbeeld een duiker lag, dan kon daarin iets liggen verstopt
Eenmaal in het Afghaanse district Deh Rawod werd Willems vanwege het ontbreken van pantservoertuigen ingezet als sappeur. “Ik moest bermbommen zoeken en routes analyseren. Als er ergens bijvoorbeeld een duiker lag, dan kon daarin iets liggen verstopt. Of als er grind langs de weg lag dan kon daar iets onder liggen.”
Voordat een colonne vertrok werd daarom eerst de route in beeld gebracht. Als de colonne een mogelijk verdachte locatie bereikte, werd er gestopt zodat sappeurs zoals Willems aan de slag konden. “Daardoor kon het zomaar zijn dat je de hele dag kwijt was aan een route van hemelsbreed tien kilometer. Soms moest je dan onderweg ergens overnachten.”
Geen taboe
De ene missie is de andere niet, maar vaak krijgen militairen toch het nodige voor de kiezen. Ook Willems kreeg een aantal niet alledaagse taferelen voorgeschoteld. Hij prijst daarom de inzet van geestelijk verzorgers. “Er was voor iedereen, en dus ook voor iedere gelovige iemand aanwezig: een aalmoezenier, een imam, een rabbijn en een pandit. Zo’n geestelijk verzorger komt meteen, dag en nacht. We maakten dingen mee en die moet je een plek geven. Zo haal je de angel eruit.”
Daarover praten was niets om je voor te schamen. “Allemaal stoere mannen, maar uiteindelijk moet je wel gezond blijven. Als je iets hebt meegemaakt en je praat er niet over, je kropt het op, dan bouw je alleen maar grotere problemen op. Er heerste daarom absoluut geen taboe om hierover te praten.”
In 2009 vloog Willems nogmaals naar Afghanistan, dit keer als plaatsvervangend groepscommandant. Opnieuw diende hij daar zo’n zes maanden. Eenmaal terug besloot hij het echter over een andere boeg te gooien. Hij wilde wat met sport gaan doen, een gevoel dat was blijven hangen.Allemaal stoere mannen, maar uiteindelijk moet je wel gezond blijven
Via een Cios-opleiding moest het bewegingsagogiek worden, maar toen dat niet doorging werd Willems aangesteld om jongens bij de genie op te leiden. “In 2016 kreeg ik een eigen groep onder me. De bedoeling was dat ik als onderofficier met die jongens op missie zou gaan.” Maar zover kwam het niet.
Sterker nog, Willems bedankte een jaar later voor Defensie. “Ik had te veel moeite met de hedendaagse jeugd en hoe die in het leven stond. Niet meer met het mes tussen de tanden en met een vlag van het vaderland om de nek het bos in, ze wilden eigenlijk met zo min mogelijk doen zoveel mogelijk bereiken. In het leger kan dat gewoon niet. Het betrof natuurlijk niet alle jongens, maar toch een hele grote groep.”
Zo streng als het in zijn tijd was, zo was het nu niet meer. Ook Defensie bleek de tand des tijds niet te kunnen doorstaan. “Ik werd bijna elke dag gebeld. ‘Sergeant, mijn ruitenwissers doen het niet’. ‘Sergeant, mijn hond is weggelopen.’ Je kon het zo gek niet bedenken. Er zijn er wel meer vertrokken omdat ze niet konden aarden bij de nieuwe aanwas jeugd.”
Vaarwel
Toch maakte zijn vertrek nog het nodige los. “Het was heel lastig om Defensie vaarwel te zeggen. Daar heb ik heel veel moeite mee gehad. Je gaat van een wereld waarbinnen alles goed is geregeld naar een wereld waarin je dat niet weet, die je niet kent.”
Klokkengieterij Eijsbouts in Asten kwam namelijk op zijn pad. “Een goede vriend van me werkte daar al en heeft me benaderd. Het is uitdagend werk, met veel raakvlakken met Defensie.” Ook vier jaar later heeft Willems het hier nog altijd prima naar zijn zin.
Gewoon even die schoentjes poetsen. Weten wat hiërarchie is
Maar Defensie zit nog steeds in zijn hart én op zijn bovenarm. Als blijvende herinnering heeft Willems namelijk zijn registratienummer en een afbeelding van een zwijn met een baret laten tatoeëren. Die zwijn staat zowel voor zijn compagnie als voor zijn eigen karakter.
“Of ik Defensie zou aanraden? Sterker nog, ik vind dat iedereen die 17 is geworden vier maanden dienst moet draaien. Een bosdag, camoufleren, het schoonmaken van je materiaal. Gewoon even die schoentjes poetsen. Weten wat hiërarchie is.”
Want zoals Defensie hem heeft gevormd, ziet hij dat ook als meerwaarde voor jongeren nu. Zeker als je ook op missie gaat. “Als ik nu weg zou moeten, zou ik dat verschrikkelijk vinden. Nu heb ik huis en haard. Een kleine, ik ben getrouwd, alles erop en eraan. Dat was toen niet. Je kunt dus beter weggaan als je jonger bent en als het ware niets te verliezen hebt.”
Veteranenvereniging
Willems is één van de kartrekkers van de Astense veteranenvereniging in oprichting. “Ik zie voor mezelf een rol in het bestuur weggelegd. Ik denk dat het goed is om daarin zowel jongere als oudere veteranen in te hebben. Met het team dat we nu hebben samengesteld zijn we van alle gemakken voorzien.”
De vereniging kan volgens hem via diverse routes van meerwaarde zijn. “We kunnen Defensie meer zichtbaar maken, bijvoorbeeld met een eigen kraam tijdens braderieën. En we kunnen wat betekenen bij kransleggingen, gastlessen op school of er gewoon zijn voor mensen die het nodig hebben.”
Dit artikel is afkomstig van het Peelbelang
‘Je moet alles een plek kunnen geven’ – Al het nieuws uit Asten (peelbelangonline.nl)